Onze visie binnen de opvang 

We zorgen voor een setting waar kinderen ervaringen kunnen opdoen, en we bouwen bewust voort op die ervaringen – in een voortdurende wisselwerking tussen professional en kind. De basis van het ervaringsgericht werken is onze visie op hoe kinderen zich ontwikkelen. Die visie bestaat uit vijf elementen.  

Onze visie op hoe kinderen zich ontwikkelen: 

  • Kinderen zijn onderzoekers en ontdekkers 
  • Elk kind ontwikkelt zich op een eigen manier 
  • Betekenisvol spelen is zelf kunnen handelen, denken en informatie verwerken 
  • Kinderen leren van andere kinderen, van volwassenen en van wat ze om zich heen zien
  • Alle ontwikkelingsgebieden van kinderen zijn in samenhang belangrijk

Kinderen zijn onderzoekers en ontdekkers

Kijk je naar kinderen, dan zie je nieuwsgierigheid en verbazing terwijl ze dingen proberen en uitzoeken hoe alles werkt. Een baby onderzoekt de eigen handjes en voetjes, een bakje of een lapje. Dat gebeurt willekeurig. Later wordt het onderzoeken en ontdekken meer doelgericht – vanuit de zelf opgedane kennis. Een jong kind bouwt, speelt, doet alsof, leest, zingt, springt, graaft, knipt en plakt. Een (pre)tiener onderzoekt en ontdekt bijvoorbeeld snelheid, behendigheid, de wereldbol, websites of muziek. Spelenderwijs, doelgericht en vaak ook resultaatgericht. Wij geven kinderen de ruimte om baby, dreumes, peuter, kleuter, schoolkind of (pre)tiener te zijn. Dat doen we in een structuur die veiligheid en duidelijkheid biedt én waarin pedagogisch professionals en kinderen het beste van zichzelf geven, zodat er verrassende activiteiten ontstaan. De kinderen onderzoeken, ontdekken en experimenteren voortdurend. En tijdens momenten van rust en ontspanning verwerken ze indrukken en is er tijd voor gezelligheid, saamhorigheid of even niets.  

Elk kind ontwikkelt zich op een eigen manier

We zien ieder kind bij ons op locatie als bron van inspiratie, vol nieuwe creatieve ideeën. Kinderen hebben unieke kwaliteiten en veel mogelijkheden. Wat wel min of meer voorspelbaar is, is de volgorde waarin ze hun kennis en vaardigheden ontwikkelen – van de aandacht voor het kiekeboe-spelletje naar het eerste ‘nee, en van de waarom-vragen naar de blijdschap over het zelf kunnen lezen. Maar verder is elk kind uniek: geen kind is hetzelfde en het gemiddelde kind bestaat niet. Iedereen bereikt bepaalde vaardigheden op een ander tijdstip. De ene keer is er een kleine ontwikkelstap, de andere keer een grote sprong.

Betekenisvol spelen is zelf kunnen handelen, denken en informatie verwerken

Kinderen moeten volop de ruimte krijgen om hun nieuwsgierigheid en impulsen te volgen. Want ze ontwikkelen zich door op eigen initiatief aan de slag te gaan, zelf een idee te hebben en dát te onderzoeken. Daar willen ze ook over communiceren. Voor kinderen die zelf mogen handelen, denken en informatie verwerken, is spelen een voortdurend proces van ontdekken. Met het opgroeien breiden de manieren van leren zich uit: hersenstructuren veranderen, en de woordenschat groeit. Daardoor kunnen kinderen steeds meer vragen stellen. Ze ontwikkelen zich niet meer alleen door ontdekkend te spelen, maar ook via andere informatie: mondeling, schriftelijk of visueel. Het denken wordt logischer en kinderen leggen zelf steeds meer verbanden. Het leren gaat dan verder dan wat er toevallig op hun pad komt: kinderen zoeken zelf gericht welke kennis en vaardigheden ze willen uitbouwen. Stap voor stap brengen ze steeds meer nieuwe ervaringen uit de buitenwereld mee naar de groep. 

Kinderen leren van andere kinderen, van volwassenen en van wat ze om zich heen zien

Kinderen leren veel van elkaar. Ze kijken naar anderen, spelen naast elkaar en met elkaar, en ze werken samen. De volwassenen in hun omgeving zijn ook een bron van inspiratie. Op de locatie zijn dat de pedagogisch professionals. Zij spelen mee, veranderen de spelomgeving of organiseren activiteiten. Daardoor bieden ze kinderen extra ervaringen en mogelijkheden om een volgende stap te zetten in hun ontwikkeling. Kinderen leren ook van wat ze om zich heen zien: ze doen ervaringen op in de omgeving, in de ruimte waar ze zijn en met de materialen die voorhanden zijn.